Onder deze titel hebben zes Texelse organisaties vorige week een projectplan afgerond en ingediend bij het Waddenfonds. Na twee maanden van overleggen, schrijven en schaven zijn we allemaal trots op het resultaat.
Maar om bij het begin te beginnen: toen we ons oriënteerden op fondsen voor de restauratie van de tuin van Brakestein, kwamen we een aantal andere partijen tegen die plannen hadden in hetzelfde gebied – de Gouden Driehoek op Texel. Onder de enthousiaste leiding van Paul Rutten van Staatsbosbeheer stonden de neuzen al snel dezelfde kant op. Robin Konijn hielp ons met het opstellen en doorrekenen van de plannen.
Die plannen lopen nogal uiteen: Staatsbosbeheer wil graag de inrichting van het Doolhof op de Hoge Berg aanpakken, maar ook de insectenstand in het gebied monitoren. Stichting Marien Texel zet zich in voor een levendige visserijhaven, en wil de haven van Oudeschild aankleden met foto- en informatiepanelen die het verhaal van de visserij vertellen. Schapenbedrijf De Waddel heeft plannen om te experimenteren met lokaal geteeld voedergewas, vernat grasland en begrazing van buurtweggetjes, om de biodiversiteit in het gebied te verrijken. Stichting Texels Museum sluit graag aan om alle cultuurhistorische elementen in het gebied – en dat zijn er nogal wat – op een eenduidige manier te ontsluiten in wandel- en fietsroutes. Agrarische Natuur- en landschapsvereniging De Lieuw haakt aan omdat er ook ruim een kilometer aan tuunwal gerestaureerd en aangelegd moet worden. En Stichting Buitenplaats Brakestein tot slot, heeft dus een tuinrestauratie voor de boeg…
We wilden voor die uiteenlopende projecten graag een gezamenlijk verhaal kunnen vertellen, dus we zochten naar een verbindend element. Dat vonden we in de persoon van Leendert den Berger: de eigenaar van Brakestein die op Texel vele functies bekleedde en vooral in de Gouden Driehoek zijn sporen naliet: als kind groeide hij op in het fort De Schans, als waterstaatman ontwierp hij de haven van Oudeschild, als bewoner van Brakestein liet hij de tuin verfraaien, en als informant van de Staten van Holland onderzocht hij het Texelse schapenbedrijf. Er is over de man heel veel meer te vertellen, en dat zullen we zeker nog wel eens doen, maar ook als de ‘superlijm’ tussen onze projecten doet Leendert het prima – zelfs 217 jaar na zijn dood!