In één week komen twee onderzoekslijntjes bij elkaar. De ene begint bij een bodemonderzoek. De andere bij een boedellijst.
Fruitbomenkenner Auke Kleefstra komt op een ochtend naar de appel- en perenbomen kijken. Om te kunnen zeggen met welk soort bomen de boomgaard aangevuld kan worden, onderzoekt hij de grond. Na een bovenlaag van humus uit de gracht en een dikke laag steeds geler wordend zand, stuit hij op een laag vette jonge zeeklei. Dat betekent dat de tuin van Brakestein niet op een uitloper van de Hoge Berg ligt (dan zou er keileem onder zitten) maar dat het land van oorsprong net zo laag lag als de weilanden ten oosten van de tuin. Het betekent ook dat het pakket zand dat bovenop de klei ligt, in totaal zo’n 5000 kuub, met mens- en paardenkracht moet zijn aangevoerd.
In 1711 liet Zara Barmentloo, die toen op Brakestein woonde, een lijst maken van de hele inboedel van het huis. Over die lijst is veel te vertellen, maar voor nu gaat het om één detail: de twee ingelijste gravures die genoemd worden. Zo worden ze aangeduid:
“Twee Caarten, een vant Loo en vant parck van Angien “
De ene kaart is snel thuisgebracht: dat moet de prachtige, gedetailleerde vogelvluchttekening van paleis Het Loo zijn, getekend door Romeyn de Hooghe en voor het eerst gepubliceerd in 1695.
De andere kaart is met hulp van tuinhistoricus Carla Oldenburger ook te achterhalen: het zou om de destijds vermaarde tuinen van Edingen of (in het Frans) Enghien kunnen gaan. Die plaats ligt in de Belgische provincie Henegouwen. Ook deze tuinen werden door Romeyn de Hooghe vastgelegd, en in de titel van zijn in 1685 voor het eerst verschenen kaart noemde hij het ’t vermaarde park van Anguien.
Blijkbaar betekenden die twee tuinen, van Het Loo en Edingen, iets voor de bewoners van Brakestein. Het zou zelfs kunnen dat ze zich bij de inrichting van hun tuin op dat kleine lapje Texel hebben laten inspireren door deze twee enorme landgoederen met waterstromen en grotten, bossen en gazons, uitkijktorens en (echt waar) kunstmatige vogels – allemaal door mensenhanden gemaakt. De natuur bedwingen en zelfs verbeteren, dat was het ultieme doel van de tuinontwerpers van toen. Op hun bescheiden schaal was dat wat de bewoners van Brakestein ook deden toen ze wagens vol zand lieten komen om een drassig weiland om te toveren in een vruchtbare tuin. En eigenlijk is het precies wat wij nu wéér doen, door de natuurlijke ontwikkeling van de tuin in te perken en hem terug te brengen naar het ontwerp van toen.
De twee afgebeelde prenten komen uit de collectie van het Rijksmuseum (Rijksstudio); de prent van Edingen is een detail.